10 May 2010
Categorieën:

Behalve prijsuitreikingen voor de grofste privacyschendingen, stonden de Big Brother Awards 2009 in bredere zin stil bij het het thema privacy. Prof. Vincent Icke hield een inspirerend betoog over het belang van privacy en het gevaar van massale gegevensopslag in databanken. Zijn column werd aangrijpend ingekleurd door publiciste Renate Tromp, die na de diefstal van haar identiteit in de cel belandde voor iets wat ze nooit had gedaan. Deze columns kun je hier terugzien en -lezen.

Prof. Vincent Icke, hoogleraar theoretische sterrenkunde aan de Universiteit Leiden:

Voor de tekst van zijn lezing, klikt u hier (PDF).

Renate Tromp, journaliste en blogger op scrubthemind.nl:

Haar verhaal:

Het is november 2004, twee weken na de moord op Theo van Gogh. Om half zes ’s ochtend gaat drie keer indringend de bel. Voor de deur staan drie politie-auto’s en zes agenten. Eén van hen zegt: ‘Schrik niet, er is niks ergs gebeurd. Doet u open.’ Als mijn vriend Bas naar beneden loopt, schiet ik haastig een joggingbroek aan.
Voor ondergoed is geen tijd; ik ben geschrokken en nieuwsgierig. Terwijl ik me bij Bas voeg, zegt de agent tot mijn stomme verbazing: ‘We komen voor mevrouw Tromp.’ Huh?!

Misschien denkt u: ik zou een lachkick krijgen op zo’n moment. Ik kan u verzekeren, ik kreeg ‘m niet en ik ben best in voor een geintje. Het was zo onwerkelijk, zo bedreigend, zo beangstigend. Terwijl ik op de voet gevolgd door een agent boven nog snel een vest haal en vervolgens mijn jas aantrek, hoort Bas een deel van de reden.
Uw vriendin heeft iemand bedreigd. Via de computer: dat is niet zo slim van haar. Ik hoor dit niet en word naar buiten ‘begeleid’. Terwijl ik achterin de politie-auto stap komt toch even de eigenwijze Renate terug: ‘Lekker slim dat u mijn jas niet heeft doorzocht. Misschien heb ik wel een pistool in mijn jaszak zitten?’ Stilte voorin.

Ik woon om de hoek van het politiebureau dus nog geen 5 minuten later zijn we op het bureau. Ik had geen tijd voor een ochtendplas en wil deze graag kwijt. ‘Mag ik even?’ ‘U kunt plassen op uw cel,’ is het volgende onvoorstelbare antwoord dat ik krijg. ‘Ja, dag’, probeer ik dapper. ‘Ik ga echt niet in een cel zitten. Wat is er mis met een goed gesprek waarin u mij vertelt wat er aan de hand is?’

Het wordt me langzaam duidelijk. Ik heb niets meer in te brengen. Mijn sterke wil is niets waard bij mensen met blauwe uniformen, strenge gezichtsuitdrukkingen en diverse attributen aan hun broekriem waarmee ze mijn situatie elk moment kunnen verergeren. Dus haal ik braaf het touwtje uit mijn joggingbroek en laarzen als ze me dat vragen en stap een meurende cel binnen.

Al snel merk ik dat het vogeltje dat men vandaag moest vangen wel redelijk uitzonderlijk is. Nadat de deur van de cel achter mij in het slot is gegaan, komen er wel 4 verschillende bewakers bij me ‘op visite’. De eerste probeer ik nog duidelijk te maken dat ik niks heb gedaan, me van geen enkel kwaad bewust ben. ‘Als je zo uit bed wordt gelicht dan zal je ongetwijfeld van iets heel ernstigs worden verdacht’, is zijn reactie. Een ander vertelt hij me dat ik om 11 uur ‘op transport’ zal gaan naar Hilversum. En nee, verder mag hij niets zeggen, nou ja, behalve dat het met bedreiging te maken heeft.

Bedreiging? Ik? Van wie? Ok, ik kan aardig uit de hoek komen, meestal erg grappig vind ik zelf. Maar zou iemand mij als bedreigend kunnen ervaren? En wat zullen ze wel niet voor bewijs hebben dat ze me zo oppakken? Ik kom er niet uit en nu het bezoek op mij is uitgekeken richt ik me alsnog op een paar oude Revu’s die in mijn cel liggen. Daarin stuit ik, hoe toevallig, op een verhaal over Nederlandse gevangenen in Thailand waar ze niet alleen moeten vrezen voor hun leven maar ook voor hun tenen die in de overvolle cellen door ratten dreigen te worden afgevreten. Dit relativeert mijn situatie enigszins en ik besluit m’n lot voorlopig maar even te accepteren. Als ik vanavond op mijn eigen bank wil zitten, bedenk ik, dan moet ik nu rustig blijven. En alles wat ik mee heb in dit leven inzetten.

Na 5 uur gevangenschap word ik inderdaad gehaald door de verantwoordelijke rechercheur uit Hilversum. Lopend naar het politiebusje probeer ik uit alle macht mijn joggingbroek op te houden; had ik nou toch maar een onderbroek aangedaan. Na een ijskoude autorit – mijn jas krijg ik niet meer – naar Hilversum waarin er totaal niet tegen me gesproken wordt, moet ik weer in de cel. Godverdegodver…weer geen verhoor. Weer geen verhaal. Na driekwartier gaat de deur open en komt er een man binnen die zich voorstelt als de Officier van Justitie. ‘Ben je voorbereid’, zegt ie. ‘Ik zou graag willen weten waarop, waarvan word ik beschuldigd?’ ‘Van doodsbedreiging van een bekende Nederlander via een mobiele telefoon….’ Pardon?! ‘Ik ben onschuldig en wil dat graag in een verhoor bewijzen.’ ‘Nou’, zegt de Officier, ‘dat maken we echt bijna nooit mee, hoor. Dat we iemand oppakken die onschuldig is.’

Het is inmiddels twee uur en ik mag mee voor verhoor. Ik kijk ernaar uit want nu ik weet dat het om een bekende Nederlander gaat, hoef ik niet meer aan mezelf te twijfelen. De rechercheur schuift me een papiertje toe met daarop een mobiel nummer met daarachter mijn naam en een oud adres. ‘Om dit nummer te verkrijgen, zegt ie triomfantelijk, heb je een identiteitsbewijs nodig. Via dit nummer is een doodsbedreiging gewapt aan een bekende Nederlander. En aangezien uw naam hier staat heeft u dat gedaan.’ Een perfect staaltje doelredenering. Ik maak hem duidelijk dat het nummer niet van mij is en vraag of hij bv mijn bankgegevens heeft gecheckt om uit te zoeken of ik inderdaad abonnementsgeld overmaak naar de betreffende provider. ‘Ja’, zegt ie. ‘Dat zou wat moois zijn, dat we zomaar in jouw bankgegevens zouden mogen kijken. Ik wou dat het mocht.’ Nee, iemand uit z’n bed lichten is veel minder een schending van je privacy, denk ik, maar ik houd m’n mond. In plaats daarvan opper ik dat iemand wellicht mijn identiteit misbruikt heeft. Aangezien mijn auto ooit is gestolen met daarin mijn paspoort. Daar had hij nog niet aan gedacht, zo lijkt het en opgelucht met deze mogelijke oplossing breekt hij het verhoor onmiddellijk af. Wel moet ik weer terug naar m’n cel, waar het malen direct weer begint.

Weer een uur later komt hij me halen en zegt op vriendelijke toon: Ik mag je van de Officier drie tot tien dagen vasthouden. Maar ik denk, gezien je uiterlijk en voorkomen, dat je het niet gedaan hebt. Bovendien klopt het dat je auto is gestolen dus identiteitsfraude is aannemelijk. Maar pas op, als ik erachter kom dat je gelogen hebt, weet ik je te vinden. Na deze bemoedigende woorden mag ik eindelijk weg. Naar buiten waar ik 11 lange, vieze, onzekere uren later in de armen val van Bas die samen met zijn broer op me staat te wachten. De onzekerheid over mijn welbevinden, de angst over de afloop en de woede over de behandeling hebben ook hem uitgeput.

De volgende dag belt de rechercheur me op: ik ben officieel verdachte af. Ook vertelt hij dat altijd onduidelijk zal blijven wie het wel deed. Wie mijn identiteit misbruikte. Excuses voor zijn brute optreden krijg ik niet. Tijdens het verhoor liet hij doorschemeren dat mijn zaak al drie maanden in z’n la lag. Maar hij geeft geen krimp als ik hem voor de voeten gooi dat die bekende Nederlander al die tijd niet veel veiliger is geweest. En dat het uiteindelijk alsnog oppakken bij mij het gevoel van machtsmisbruik opriep.

Natuurlijk wilde ik alsnog gerechtigheid. Maar een zaak zou duizenden euro’s gaan kosten met de wetenschap dat hij hoogstens een reprimande zou kunnen krijgen. De media dan? Het is de tijd van de moord op van Gogh. Nederland is bang en ik vind geen gehoor. Daar baal ik van want ik weet inmiddels hoe gevaarlijk het is als politie en justitie, mensen van vlees en bloed, gegevens die uit hun computertje rollen aannemen voor waarheid. En dat hoe meer gegevens er vanuit een basis wantrouwen jegens de burger verzameld mogen worden, de kans ook steeds groter wordt dat er fouten worden gemaakt. En wat was er gebeurd als ik niet blond was en niet ABN sprak. Hoe lang had ik daar dan gezeten? Wat ik heb meegemaakt kan iedereen gebeuren. Dus als vrienden zeggen: van mij mogen ze alles weten. Ik heb toch niks gedaan, ga ik er nog steeds fel tegenin. Misschien had ik dat ook wel gezegd, als ik dit niet had meegemaakt. Maar nu zeg ik dat niet. En daarom sta ik hier.

Reacties zijn gesloten.

English?

Download de BBA2010 Poster

De Big Brother Awards poster (pdf)

Download de BBA2010 desktop

BBA2010 Desktop download 16:10 - 1920 x 1200 BBA2010 Desktop download 4:3 - 1600 x 1200