11 Mar 2011
Categorieën:

Het is een beleidsdogma geworden: we verliezen weliswaar onze privacy, maar krijgen er veiligheid voor terug. Alleen wanneer de overheid ons adequaat kan controleren, kan zij terreur en misdaad tegengaan; alleen door ons te observeren is zij in staat ons tegen elkaar te beschermen.
Al doende dringt de overheid steeds dieper in ons privéleven door (zo wordt van alle burgers inmiddels secuur geregistreerd met wie ze bellen, mailen en sms’en, plus wanneer en vanaf welke locatie zij dat doen). De meeste burgers vinden dat echter geen probleem. Immers: wie niets te verbergen heeft, heeft niks te vrezen.
Die coulante houding van burgers is naïef. Ze is gestoeld op de gedachte dat de tomeloze nieuwsgierigheid van de overheid hen niet raakt en dat alleen ongure types eronder lijden. ‘Wat moeten ze met mijn gegevens? Ik ben niet interessant, ik doe immers niks verkeerds.’

Om drie redenen is die meegaandheid van burgers kortzichtig.

Eén: we raken uit balans. Terwijl de burger transparanter wordt, wordt de overheid zelf juist ondoorzichtiger. Want wat doen ze eigenlijk met al die gegevens? Gaan ze daar volgens de regels mee om?
Nee, zoals blijkt uit de vele Big Brother Awards en –nominaties die de overheid heeft binnengesleept. De overheid neemt haar eigen privacywetgeving weinig serieus. Soms heeft het de schijn dat zulke wetten vooral zijn bedoeld om critici te paaien; want de daadwerkelijke naleving ervan lapt de overheid aan haar laars.
Een voorbeeld. Politiekorpsen in Nederland doen tegenwoordig aan automatische nummerbordherkenning. Alle kentekens van voertuigen die een bepaald punt passeren, worden gescand en vastgelegd. Het doel: wetsovertreders vinden (denk aan achterstallige boetes, niet-betaalde rijtuigbelasting of erger). In de wet werd vastgelegd dat de politie de ingezamelde scans mocht vergelijken met opsporingsregisters en daarna alle scans van ‘onschuldige’ kentekens – de no-hits – subiet moest vernietigen.
Niettemin bewaarden twee korpsen die no-hits. Het korps Rotterdam, vaste klant bij de Big Brother Awards, bewaarde ze maar liefst drie maanden. Het College Bescherming Persoonsgegevens gaf beide korpsen ervan langs: dit was een ernstige overtreding, nota bene gepleegd door wetshandhavers.
Wat deed Ivo Opstelten, de minister van Veiligheid en Justitie? Hij besloot het illegale gedrag van zijn wetshandhavers tot wet te verheffen. Hij wil nu alle gescande kentekens, inclusief de no-hits, laten verwerken en vier weken bewaren. Als bonus mag de politie het reisgedrag in kaart brengen: ook de locatie, datum en tijdstip van de scan mogen nu worden bewaard.
Is dat niet eng: een overheid die haar eigen wetten overtreedt om te controleren of burgers zich aan de wet houden, en die haar schending daarna tot wet promoveert?

Twee: de focus van de overheid verschuift. Steeds meer beleidsaandacht, budget, personeel en technologische inventiviteit wordt geïnvesteerd in maatregelen om iedereen te observeren, in de hoop dat verdachten zo ‘vanzelf’ komen bovendrijven. Maar niemand weet precies welk gedrag verdacht kan zijn. Zodoende wordt er veel gesignaleerd dat mogelijk ‘afwijkt’ en dan nader onderzoek vergt. We produceren kortom een groeiende, geld vretende hooiberg en gaan daarin zoeken welk strootje wellicht een speld kan worden.
Dat leidt vreselijk af en schept onnut werk. Niet privacy is ‘de schuilplaats van het kwaad’, zoals de Amsterdamse korpschef Welten in 2006 beweerde; de tijd die de overheid verspilt aan het verzamelen, opslaan, verwerken, koppelen en kruisen van gegevens over alle burgers is dat. Strootjes waartegen geen enkele verdenking bestaat hun onbespiede gang laten gaan en de beperkte overheidsmiddelen reserveren voor het navlooien van spelden – gepleegde misdaden, misdrijven en overtredingen – is veel verstandiger.
Anders gezegd: het massaal inzamelen van gegevens is helemaal niet ‘handig’, laat staan efficiënt. Het is een tijd-, menskracht- en geldverslindende machine.

Drie. Grondrechten zijn ontwikkeld om de overheid op gezonde afstand te houden: binnen de kaders van de wet mogen burgers doen, denken en zeggen wat hen goeddunkt. Grondrechten zoals privacy zijn bufferzones: vrije ruimte rondom elke burger, die de overheid alleen op gedegen gronden mag betreden. Verdenking van een misdrijf is zo’n grond: wie eenmaal verdacht is, moet zich daarom inbreuken op zijn grondrechten laten welgevallen.
De overheid schendt dat grondrecht op privacy tegenwoordig echter op grote schaal. Erger, zij doet dat generiek, zonder aanziens des persoons, terwijl een dergelijke schending uitsluitend is toegestaan indien zij gericht, onderbouwd, doelmatig en proportioneel is. Critici hebben vaak gewaarschuwd dat het loslaten van dit principe ertoe kan leiden dat de overheid haar burgers op voorhand behandelt als waren zij verdacht.
Helaas blijkt uit een van de nominaties voor de Big Brother Award dat die grens nu inderdaad is overschreden. De Haagse Pandbrigade en het Rotterdamse Interventieteam leggen al enige tijd huisbezoeken af en controleren woningen en bewoners. De criteria? De wijk: alle huizen in een ‘probleemwijk’ worden bezocht. Of: ‘administratieve ongeregeldheden’, die vaak – hoe wrang – het product zijn van datavervuiling en van fouten gemaakt door de gemeente zelf.
De huiscontroles zijn niet gebaseerd op enige specifieke verdenking. Er is geen grond voor een huiszoekingsbevel. Officieel mogen bewoners de teams daarom de toegang weigeren; maar de teams speculeren erop dat de bewoners dit niet weten. Het regent klachten bij de Haagse en de Rotterdamse Ombudsman; veel ervan zijn gegrond verklaard.
De overheid is gecharmeerd van deze aanpak. Er ligt nu een wetsvoorstel om mensen wiens uitkering afhankelijk is van hun leefsituatie – kinderbijslag, AOW of bijslag – voortaan ‘het aanbod’ van een huisbezoek te doen. De regering wil daarbij ‘ook cliënten waarbij geen vermoeden van fraude bestaat, verplichten tot het aantonen van hun leefsituatie door huisbezoek toe te staan’ (Kamerstuk 31.929, nr. 6).
Waarom zouden we in hemelsnaam mensen tegen wie expliciet geen verdenking bestaat, de vernedering van een huiscontrole opleggen? Waarom willen we het systematisch, ongefundeerd en nutteloos schenden van grondrechten tot wet verheffen?
Met dit wetsvoorstel hebben we het adagium ‘niets te verbergen, dan niets te vrezen’ officieel achter ons gelaten. Het nieuwe motto is: ‘Wij komen even bij u thuis controleren of u écht niets te verbergen hebt.’

Dat zulks akelig veel lijkt op je onschuld moeten bewijzen, behoeft hopelijk geen betoog.

Karin Spaink
Juryvoorzitter Big Brother Awards
9 maart 2011

Foto van Hanneke Wetzer, onder Attribution-NonCommercial-NoDerivs 3.0 creative commons licentie

Reacties zijn gesloten.

English?

Download de BBA2010 Poster

De Big Brother Awards poster (pdf)

Download de BBA2010 desktop

BBA2010 Desktop download 16:10 - 1920 x 1200 BBA2010 Desktop download 4:3 - 1600 x 1200